Everest 1984 – de zoekgeraakte vlag van V&D

NRC Handelsblad 10-10-1984 – De grappigste tegenslag bij de gisteren geslaagde Nederlandse Mount Everest-expeditie is het incident met de vlag van V&D. Dit winkelbedrijf, dat met een goede neus voor publiciteit een bedrag van 25.000 gulden bood om haar dundoek met het bekende bruine logo op de top van de Everest te doen wapperen, werd op een gegeven moment verwittigd van het feit, dat de vlag ergens tussen Schiphol en het basiskamp van de expeditie was zoekgeraakt.

***

Niemand wist waar het ding was. Wandelde er ergens een sherpa rond die zich van dit mooie, lichte materiaal stiekem een broek had laten aanmeten? Tot op heden is het onduidelijk waar het peperdure stofje is gebleven. Bart Vos had hem in ieder geval niet bij zich op de top.

Het beklimmen van de Mount Everest is een grote sportieve prestatie, ook al gingen meer dan140 andere klimmers de Nederlanders daarin voor (waarbij sinds het begin van deze eeuw zestig doden vielen; de twee laatsten – Australiërs – , sneuvelden tegelijk met het Nederlandse succes op de westgraad) en is de gevolgde ‘Yak trail’ over de zuidcol op zich niet zo moeilijk.

Hindernissen

De kwaliteit van het behaalde succes ligt mede in het feit dat de klimmers een reeks van niet-alpinistische hindernissen hebben weten te nemen. In de eerste plaats zagen zij zich geconfronteerd met de zeer negatieve nasleep van de vorige Everest-expditie uit 1982, toen een poging vanaf de Tibetaanse kant over de noordgraad vroegtijdig eindigde door falend leiderschap, slecht weer, dientengevolge grote ruzies – zoals over het al dan niet redden van de levensgevaarlijk gewonde Eelco Dijk – en een daarmee gepaard gaande slechte, sensationele verslaggeving.

In deze beladen sfeer van mislukking en negatieve gevoelens moest Herman Plugge, de leider van de huidige expeditie, aan het werk om nieuwe sponsors te vinden voor de niet geringe kosten van vijf ton. Dat lukte maar zeer moeizaam en het was tot een paar weken voor vertrek onzeker of de hele onderneming wel door kon gaan.

Men startte ten slotte met een tekort op de begroting van vele tienduizenden guldens. Dit verplichtte in zekere zin tot ‘broodklimmen’: géén succes op de berg betekende voor de klimmers de verplichting om het financiële gat zelf verder te dichten. Nu het succes er wél is, stromen de belangstellenden toe om zich tegen betaling in de aanhangkar van de publiciteit te laten vervoeren.

Indringer

Dan was er het hoogst merkwaardige probleem van de Amerikaanse indringer Dick Bass, en het tijdverlies dat daarmee werd opgelopen. De Everest climbingpermit, die door de KNAV (Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging) al na het succes op de 8000 meter hoge Annapurna in1977 was aangevraagd, bleek toch niet zó verschrikkelijk garant te staat voor het exclusieve recht om via de gekozen route de berg te beklimmen.

In het voorjaar, toen de sherpa Mingma Tenzing werd gepolst of hij sirdar (sherpa-hoofdman) wilde worden, dook plotseling de geheimzinnige politiefunctionaris Yogendra Thapa op. Thapa vertelde dat hij samen met een team politieklimmers mee wilde onder het idealistische mom om de berg ‘op te ruimen’, want er lag zoveel vuil.

Thapa zei: “Wij hebben véél geld en wij willen de Hollanders financieel en materieel helpen als wij onder hun vlag mogen meeklimmen.” Vervolgens ontstond grote verwondering: Nepalezen die geld aanbieden om een berg op te mogen? Dat was nooit eerder vertoond.

Uiteindelijk bleek achter deze kapitaalkrachtige cleaning expedition een zekere Dick Bass te schuilen, een zeer gefortuneerde Amerikaan die een weddenschap heeft lopen om binnen een beperkte tijd de vijf hoogste toppen der vijf continenten te beklimmen. Hij heeft ze tot op heden allemaal gehad, behalve de Everest.

Bass had in Nepal zijn kanalen financieel voorbewerkt; iedereen rende voor hem. Hij arriveerde in het voorjaar op Schiphol om te praten maar werd na enig onderhandelen door de expeditie afgewezen. Desondanks dook hij begin augustus toch op in het basiskamp, samen met de bewuste politieclub onder aanvoering van een zekere mr. Lama. Irritatie en onduidelijkheid waren het gevolg; ook al hadden de Nederlanders formeel gelijk, in de praktijk betekende de komst van Bass een moeizaam en tijdrovend onderhandelen met het wetboek van de jungle in de hand.

Koppigheid

Hollandse koppigheid zorgde er tenslotte voor dat Bass door het ministerie van toerisme in Kathmandu werd teruggeroepen. Het pleit voor de Nepalese overheid dat zij uiteindelijk de ernst van de peperdure klimvergunning (10.000 gulden) heeft ingezien: de Ice Fall is een levensgevaarlijke doorgang, waar één te hard uitgesproken woord de op hun grondvestende smeltende ijstorens al doet omvallen. Meer mensen op die route doet het gevaar nodeloos toenemen.

De laatste hindernis was natuurlijk de berg zelf. De Everest is hoog, koud, ijl en daarom op zich al heel erg moeilijk.

Achterklap

Het is goed dat de top is bereikt. Het voorkomt de komende maanden in klimmend Nederland een gevaarlijke lawine aan roddel en achterklap, want ook in ons land is er langzamerhand een keur aan klimfacties, die onderling nogal verdeeld zijn en elkaar het licht in de ogen nauwelijks gunnen. Sommige klimmers, zoals Bart Vos en Han Timmers, zijn door hun professionele (klim)activiteiten in niet geringe mate afhankelijk van dit succes.

Ook Mingma wacht roem. In1977 ontmoette hij koningin Juliana in het Paleis op de Dam na zijn succesvolle rol in de Annapurna beklimming. Nu staat Beatrix op zijn programma. Hij zei in het voorjaar al: “I meet all your queens.”

Er waren sedert de ontdekking van de Mount Everest in 1852 tot en met de eerste beklimming in 1953 door Hillary en Tenzing al 15 pogingen mislukt, waarvan Engeland acht voor zijn rekening heeft genomen. Voor de Tweede Wereldoorlog werd uitsluitend via Tibet geklommen, omdat Nepal gesloten was voor vreemdelingen. Daarna zijn de pogingen via de zuidcol geweest, langs dezelfde route waar de Nederlandse expeditie nu successen boekte.

Na 1953 is er in toenemende regelmaat geklommen. Bekendste beklimmingen: Amerikanen via de zuidcol en westgraad tegelijk in 1963, Japanners in 1973 – de eerste najaars-beklimming–, de Engelsen via de zuidwestflank in 1975, Messner en Habeler zonder zuurstof in 1978, de winterbeklimming van de Polen in 1980 via de zuidcol, de ongeloofwaardige solotocht vanuit Tibet in vier dagen zonder zuurstof van Reinhold Messner in 1980.

Er stonden twee man drie maal op de top: de Japanner Kato (die omkwam vlak na zijn derde beklimming) en de Nepalees Sundare. Sinds 1980, nu er ook vanuit Tibet geprobeerd mag worden, is de tel steeds moeilijker bij te houden. En de Everest is tot 1992 ‘volgeboekt’.

@ Naschrift: Dit artikel werd geschreven (op 10 Oktober 1984) voordat – enige tijd later – duidelijk werd dat de verhalen over de topbeklimming van Bart Vos niet klopten. Het tijdschrift Himalaya heeft de zaak indertijd uitgezocht. Een langdurige en venijnige discussie was het gevolg, tot en met rechtzaken toe. Nu is de consensus onder klimmers dat Bart Vos de top niet heeft gehaald en dat René de Bos de eerste Nederlander is die de berg heeft beklommen.