Narcose: “Sla met de kracht die een amandel kan bre­ken, doch laat de schedel intact.”

NRC Handelsblad 1-5-1982 – De komende week (5-8 mei) wordt in Rotterdam het allereerste congres over moderne anesthesie gehouden. Het vak is ra­zendsnel volwassen ge­worden en mag op een grote mate van technische perfectie bogen. De aanzet tot al dit fraais werd gegeven door enkele roekelozen, die gretig nieuwe gassen en stoffen op zichzelf bleven uitpro­beren. Het verging hen minder voorspoedig dan hun bloeiende vindingen. Van wurging tot “telt u even rustig tot tien, ja”. Eén, twee, drie, vie…

***

1982-05-01 Narcosecongres, Geen centje pijnAfgezien van wat primitieve vormen van narcose, zoals de anesthesie door wur­ging van de Assyriërs die bij de besnij­denis hun zoons zo lang keelden tot ze flauw vielen, of de cere­brale concussie, waarbij iemand een houten kom over zijn hoofd kreeg alvorens met een knots buiten westen te worden gesla­gen (als richtlijn gold: sla met de kracht die een amandel kan bre­ken doch laat de schedel intact), werd de anesthesie voor het eerst toegepast door de Babyloniërs.

Deze vulden al in 2250 voor Christus hun holle kies met een pasta van Zwarte Nachtschade. Opium werd weldra ook een ge­wild narcoticum en de gewonden bij het beleg van Troje werden gelaafd aan een mengsel van wijn en papaver-druppels, hetzelfde drankje dat Jezus aan het kruis te drinken kreeg uit de spons op de stok.

Opium

Rond het begin van de jaartel­ling werden in Assyrië veel ope­raties uitgevoerd door Egypti­sche artsen en als verdoving ge­bruikten zij Opium, Nachtscha­de, Waterscheerling en Mandra­gorawortel. Zij bevochtigden kleine stukjes zeespons met ex­tracten van deze planten en lie­ten die opdrogen in de zon, op­dat ze later als een anaesthetisch tampon in de neus van de patiënt konden worden gebracht. De bedwelmende stof loste op in het neusslijmvlies en werd zo in het bloed opgenomen. Dit sys­teem werd door de Romeinen naar Italië meegenomen en tot in de dertiende eeuw werd het ge­bruikt aan de universiteiten van Bologna en Salerno.

De artsen ten tijde van Napoleon verdoofden de patiënt nog even primitief als de Assyriërs, al be­grepen ze de gevaren beter. Men verdoofde dus óf helemaal niet, óf met grote hoeveelheden alco­hol. De patiënt werd gewoon stomdronken gevoerd, vastgebon­dend en opengesneden. Celsus had al geschreven dat een goed chirurg, die vastbesloten was de patiënt te genezen “doof moest zijn voor de ijselijke jammer­klachten en de smeekbeden”.

In de achttiende en negentiende eeuw komt de moderne weten­schap echter op gang. Er is veel belang­stelling voor het ontdekken van scheikundige elementen en de sa­menstelling van stoffen en er is onderzoek naar de anatomie en het functioneren van het mense­lijk lichaam.

In 1628 had Wil­liam Harvey de bloedsomloop ontdekt. In 1672 bleek aan Boyle dat een vogeltje stierf als je hem te lang onder een glazen stolp ge­vangen zette – het diertje had kennelijk frisse lucht nodig.
Maar… wat was frisse lucht?
In 1754 werd het koolzuur ontdekt, waterstof in 1766, stikstof in 1772, maar het belangrijkste was de ontdekking van zuurstof en lachgas in 1771 door Priestly. Hiermee was de tijd rijp voor een werkelijk begin van de anes­thesie, die op gang kwam in En­geland.

Lachgas

In het Engelse plaatsje Penzance woonde een apothekersleerling, die zich in de nachtelijke uren overgaf aan het snuiven van lach­gas, waarmee hij zich telkens weer in een gelukzalige toestand wist te brengen. Het gevoel dat hij bij het betreden van dit Nirwana ondervond was zó heerlijk, dat lyrische ontboezemingen on­vermijdelijk bleken – vandaar dit gedicht, dat vrij vertaald luidt:

Er doemen vreemde vormen op
doch niet door wilde, bange dromen!
Mijn lichaam gloeit van heilig vuur
net als mijn geest, den dood ontkomen.
Mijn ogen stralen ‘n nieuwe glans,
mijn lippen beven in gefluister.
Mijn ledematen zijn los en vrij…
Ik ben ten prooi aan… nieuwe luister.

Dit prachtige junkie-gedicht werd geschreven door niemand minder dan de latere de uitvinder van de mijnwerkerslamp: Humphrey Davy. Hij werd in zijn geheime genotzucht betrapt op een avond dat er aan de apothekerswoning werd gebeld door een late klant. Niemand deed open. Tenslotte repte de apotheker zich zelf naar de deur en trof daar zijn knecht­je aan die in laveloze toestand bezig was de deurknop te vinden en niet bij machte bleek zijn snaaks gelach te staken.

Deze zelfde Davy werd enkele jaren later chef-de-clinique in Dr. Beddoes Pneumatisch Insti­tuut te Clifton. Daar werden pa­tiënten van allerlei kwalen – zoals astma – verlost door inhalatieku­ren van lachgas, zuurstof en stikstof. Pas toen bleek dat bij veel patiënten door het kuren de pols duidelijk terugliep, de adem­haling vaak niet meer de oude werd en duizelingen het gaan ernstig bemoeilijkten, stierf Dr. Beddoes Instituut een roemloze dood.

Gas-frolics

Toch waren dit wetenschappelij­ke pogingen vergeleken met de zogenaamde ‘gas-frolics’ die in Amerika aan populariteit won­nen. Gas-frolics waren een soort rondreizende kermisattracties die een hoop volk op een been brachten. Een namaak-professor hield eerst een wetenschappelijk exposé en deelde daarna aan het hooggeëerd publiek gummi-zak­ken vol lachgas uit.

Een ooggetuige uit die tijd be­schreef het effect: “Op dit mo­ment werd de stilte alleen nog maar gebroken door het diepe en begerige zuchten van al degenen, die zich aan de zak vol zogen. Allen scheen een grote gelukza­ligheid ten deel te vallen en ze inhaleerden alsof ze er geen ge­noeg van konden krijgen. Het was, moet ik toegeven, onweer­staanbaar grappig om een grote menigte mensen te zien, die aan een gummi blaas stonden te zui­gen.

“Een moment later begon de wer­kelijke opwinding. Sommigen wierpen met een vrolijke kreet de zak ver van zich vandaan, maar bleven, vergeten hoe bela­chelijk ze er bij stonden, als gek­ken hijgen, de mond wijd open. Andere sprongen over tafels en stoelen.

“Er waren mensen die in het wil­de weg een toespraak begonnen te houden en enkele mannen be­gonnen plotseling met elkaar te vechten. Met name viel mij een heer op, die van de gelegenheid gebruik maakte door alle mooie meisjes in zijn omgeving te om­helzen. Ik hoorde later van iemand dat die man maar weinig van het gas had gesnoven en dus heel goed wist wat hij aan het doen was. Maar deze verklaring leg ik naast mij neer als onwaar.

“Wat het lachen betreft: ik denk dat de toeschouwers het meeste pret hadden.”

Dit was zo ongeveer de toestand in Amerika op het moment dat de anesthesie werd ‘uitgevon­den’.

Gezwel

Op 16 oktober 1846 om tien uur ‘s morgens, in het Massachusets General Hospital in Boston, richt dr. John Collins Warren zich tot de aanwezige belangstellenden en zegt: “Heren, mag ik u voor­stellen aan onze patiënt van van­daag, de twintigjarige drukker Gilbert Abbot, die hier is om een groot gezwel uit zijn nek te laten verwijderen.

Na een korte pauze verfvolgende Warren: “De heer Abbot zal niet, zoals gebruikelijk, met riemen aan de operatietafel worden vastgebon­den, maar onder verdoving de operatie ondergaan. Ik ben reeds veertig jaar chirurg, en altijd snijden de kreten van pijn mij door de ziel.

“Doch nu zal er hier vanmorgen iemand zijn die beweert met een inhaleerbare vloeistof de pijn te kunnen onderdrukken. Het is een tandarts hier ter stede, met de naam William Morton. Hij zal zo dadelijk komen m de narcose toe te dienen.”

Minuten verstrijken. Kwart over tien, de zaal wordt rumoerig. Waar blijft die tandarts? Een beginnend boegeroep klinkt op uit de colle­gebanken. Nog eens een kwartier later staat dr Warren weer op, grijpt zijn mes en zegt: “Onze Morton is niet komen opdagen, ik zal dus beginnen Abbot te operen. Dan maar zónder narcose.”
Uit de rijen roept iemand: “Dat was wel te voorzien: weer zo’n wonderdoe­ner die ons zijn wonderen schul­dig blijft.”

Warren begeeft zich naar de pa­tiënt, maar… dan zwaait de deur open. Hijgend komt William Morton de zaal binnen en trekt een zekere Heer Frost, ook zwaar buiten adem, achter zich aan. Deze Frost is al eerder door Morton ‘onder narcose gebracht’ en vergezelt hem sindsdien op al­le missies als wandelende recla­me om de behandeling aan te prijzen.

Het excuus voor de late entree van Morton en Frost is dat de instrumentmaker het nieuwe inhaleerapparaat niet op tijd klaar had. Alsnog wordt Morton de kans geboden. Hij loopt naar patiënt Abbot en vraagt: “Is u bang?” Voordat deze kan antwoorden komt Frost na­derbij en zegt dwingend: “Het is werkelijk volstrekt ongevaarlijk, ik weet het uit eigen ervaring.”
Abbot knikt en Morton gaat aan het werk.

De inhalator bestaat uit een gla­zen bol waarin een heldere vloei­stof drijft en waaruit een buisje steekt, dat Abbot in zijn mond stopt. Diep inhaleert hij en er verspreidt zich een sterke ether­damp in de zaal. Hij wordt rood in het gelaat, beweegt zich druk en stamelt aller­hande onzin. Dr. Warren richt zich vervolgens tot Morton en vraagt of het al zover is. Deze steekt een naald in Abbot’s arm, die niet meer reageert. Dan doet Morton een stap opzij en zegt met een zwie­rige buiging: “Dokter, uw patiënt is gereed!”

De operatie gaat snel, zonder pijn, en vijf minuten later is het gezwel weggesneden. Abbot ligt nog steeds met een vage glim­lach om zijn mond op de opera­tietafel. Even later wordt hij wakker onder de koelte van com­pressen.

De rijen studenten komen bij uit hun betovering. Ze zijn getuige geweest van de eerste geslaagde narcose in het openbaar. Er klinkt opgewonden gemompel. Dokter Warren richt zich dan tot het publiek, schraapt zijn keel en spreekt de historische woorden, die nu in alle handboeken over anesthesie te vinden zijn: “Gent­lemen, dit is geen humbug!”

Haat en nijd

Deze eerste geslaagde demon­stratie van de anesthesie luidde een periode in vol haat en nijd, verslaving en ongeluk.

De hoofdpersonen in dit drama rond ether en chloroform waren de tandarts Horace Wells, de chemicus Charles T. Jackson en William Morton. Bijrollen waren weggelegd voor dokter Crawford W. Long en Henry Hickman.

Hickman komt de eer toe de eer­ste te zijn geweest die ooit met de ‘moderne’ wijze van narcotise­ren begon. Hij was een jonge plattelandsarts in het Schotse plaatsje Ludlow en hij voelde zich aangegrepen door de ellende in de operatiezaal. Hij experimenteerde in 1824 met verdoving op zijn huisdieren. Als hij bijvoorbeeld zijn hond onder een stolp een tijdje had begast met koolzuur, kon hij diens oor am­puteren, zonder dat het dier kermde of doodging.

Met deze resultaten richtte hij zich tot de Royal Society, maar ondanks het feit dat hij zich via een vriend verzekerd wist van de steun van de inmiddels tot grote roem gestegen voorzitter Sir Humphrey Davy, liep dit alles op niets uit. Teleurgesteld wend­de Hickman zich tot koning Ka­rel de Tiende in Frankrijk om toch tenminste door de ‘Acadé­mie de médicine’ erkend te wor­den. Ook dit werd een fiasco. Tenslotte overleed hij als vergeten man op 29-jarige leeftijd aan tuberculose.

Dood

Crawford W. Long was ook één der pioniers. Hij woonde in Jef­ferson, Georgia. Zijn eerste patiënt was in 1842 een student met twee gezwellen in zijn nek. Long, in zijn ene hand een zak­doek vol ether en in de andere het mes, wist dit pijnloos te opereren. Na enkele geslaagde pogingen won zijn praktijk snel aan populariteit, maar de roddel­machine in het dorp kwam daar­mee ook op toeren. De mensen raakten zo van streek door deze hekserij dat ze dr. Long wilden lynchen – reden voor hem om er mee op te houden en zich zelfs elders te vestigen. Zijn vrouw trachtte hem later nog over te halen om zijn bevindin­gen te publiceren, maar Craw­ford weigerde dit.

Ook hij ver­dween van het toneel, roemloos. Op een zekere avond ging hij bij een boerenvrouw de bevalling lei­den. Terwijl hij haar een ether­narcose toediende viel hij plotse­ling languit over het bed – dwars over de barende vrouw. Dood.

Brullend van pijn

Met de tandarts Horace Wells uit Connecticut liep het nóg veel slechter af. Wells had een gas-­frolic bijgewoond en daarbij ge­zien dat iemand zich aan een ta­felrand verwondde zonder dat te voelen.

Dit bracht hem op een idee – en dus behandelde hij vanaf dat mo­ment zijn patiënten pijnloos na ze een lachgasbehandeling te hebben gegeven. Het ging zó goed dat hij zich bij het General Hospital in Boston aanmeldde om een demonstratie te geven, twee jaar voor de geslaagde po­ging van Morton.

Well’s demonstratie daarentegen mislukte jammerlijk. Brullend van pijn onderging de proefper­soon een operatie en Wells vluchtte het gebouw uit – zijn reputatie was voor altijd gebro­ken. Morton, die deze sessie had bijgewoond, zag waarom Wells had gefaald: gebrek aan ervaring, dus nam hij zich voor om zich beter voor te bereiden.

Horace Wells’ praktijk liep leeg en hij gaf zich over aan zelfbe­klag, zeker toen hij later hoorde dat Morton de geslaagde man was. In het wilde weg nam hij nog wat proeven met chloroform, maar dat mislukte. Hij sloot zijn praktijk en legde zich toe op de handel in kanaries, maar ook dat werd niets. Vervolgens verkocht hij douches en filters, daarna zakte hij terug tot het niveau van kunsthandelaar, en tenslotte raakte hij geheel in de goot, ver­slaafd aan ether en chloroform.

Op een kwade avond ontmoette hij in een café een medezwerver, die door een hoertje was bele­digd. Wells besloot de eer van zijn nieuwe ‘vriend’ te wreken en gooide het meisje een bijtend zuur in haar gezicht.

In de gevangenis kwam hij tot besef. Hij besloot een einde aan zijn leven te maken en schreef aan zijn vrouw een wanhopige brief ten afscheid: “Vrijdag 21 ja­nuari had ik weer zeer veel chlo­roform geïnhaleerd. Ik was be­dwelmd als nooit tevoren. In de­ze toestand van opwinding gooi­de ik een vrouwelijke voorbijgan­ger een scherp zuur in haar ge­zicht (…) Nu heb ik mijn eer geheel verloren. Mijn arme vrouw, mijn ongelukkig kind, ik kan niet meer. Mijn hersens staan in brand!”

Hij schrijft nog een nog veel treuriger tweede briefje en de dag daarop, 24 januari 1848, vindt de cipier hem dood in zijn cel: een leeg chloroformflesje op tafel en in zijn beenslagader een snee, waardoor hij is leegge­bloed.

Failliet

En William Morton, de succes­volle uitvinder, hoe liep het met hém af?

Morton was op de vooravond van zijn beroemde demonstratie in het General Hospital in Boston naar zijn oud-leermeester Char­les T. Jackson gegaan om advies te vragen.

Jackson, een wereldberoemd chemicus in die dagen, had hem aangeraden om voor de demon­stratie geen lachgas, maar zwa­vel-ether te gebruiken. Toen alles goed was gegaan, hadden beiden een verbond gesmeed om dit suc­ces ook geldelijk uit te buiten. Dit liep op niets uit, helaas. Nadat de wederzijdse verwachtingen tot nul waren ge­daald, wierp Jackson zich plotseling in een rivaliteitsconflict met zijn compagnon.

Hij deed de wereld buiten Ame­rika kond van het feit dat hij, dr. Charles T. Jackson, de uitvinder van de narcose was en dat een zekere mijnheer Morton, zijn as­sistent, zo goed was geweest om een demonstratie hiervan te ge­ven op 16 oktober 1846. Jackson had met zijn reclamecampagne succes en werd zelfs geëerd met het Legioen van Eer.

Morton had zich inmiddels fail­liet geprocedeerd om zijn priori­teitsrechten veilig te stellen en octrooien op zijn vindingen te verkrijgen. Hij had zich tenslot­te, berooid, in de Burgeroorlog gestort. Toen hij daaruit terug­keerde, las hij in een maandblad een artikel van de hand van Jack­son die daarin de uitvinding claimde. Het artikel was vol haat geschreven en meldde dat Morton een doodgewone bedrieger was. William Morton werd zó opgewonden dat hij een beroerte kreeg, maar hij herstelde binnen korte tijd voldoende om naar New York te gaan om het artikel aan te vechten.

Zomer

De zomer was gekomen en het was in de stad als een oven zo heet, zeker in het goedkope Ri­verside Hotel waar Morton lo­geerde. Hij reed op een avond naar het Central park, geheel in de put. Halverwege de rit werd hij misselijk; juist voordat hij het park bereikte, viel hij op de grond en raakte bewusteloos in de armen van zijn vrouw. In het Sint Lukas Ziekenhuis overleed hij, precies 20 jaar na zijn grote succes.

En Jackson? Met hem ging het ook niet goed. Na Mortons overlijden vol­hardde hij in zijn pogingen de eer aan zichzelf te trekken, maar de dood maakte Morton onsterfe­lijk.

Jackson raakte derhalve aan de drank. Een paar jaar later wandelde hij over de Mount Auburn begraaf­plaats in Boston en stond plotse­ling aan het graf van Morton, zijn oude rivaal. Tranen spron­gen hem in de ogen, maar die droogden snel toen hij las:

WIL­LIAM T. MORTON
uitvinder van de anesthetische inhalatie.
Vóór hem was de chirurgie vol pijn,
dóór hem werd die uitge­bannen,
ná hem had de weten­schap voor altijd controle over pijn.

Jackson ontstak in een razernij die hem nooit meer zou verlaten. Hij werd opgenomen in het Mac Lean Institute voor zwakzinnigen waar hij uiteindelijk – totaal vereen­zaamd – overleed in 1880.

 

Literatuur:

Vincent J. Collins, ‘Principles of Anes­thesiology’, Philadelphia, 1976
Dr. S. A. Klein, ‘De Narcose’, Erven F. Bohn, Haarlem 1954
Prof dr. D. H. G. Keuskamp, ‘Anesthe­siologie’, 4e druk november 1980.
R. Fülöp Miller, ‘Triumph over pain’, Hamish, Londen 1938