Interclean in de RAI: Wentelen door het Wereldstof

NRC Handelsblad 22-5-1981 — Twee heren in stemmig pak drukken hun puntschoenen stevig op de pedalen van het veeg-annex-dweilwagentje, dat met driftig roterende borstels over twintig vierkante meter speciaal medegebracht linoleum rijdt. “Ik zie nog sop, Kees!” zegt de ene heer bezorgd. “Dat is knop A5”, zegt de andere heer. Het mechanisme werkt. Werd eerst nog een schuimend spoor getrokken, thans beweegt het karretje zich slurpend van links naar rechts en laat niets na dan bewondering bij de bezoekers van de “grootste internationale schoonmaakbeurs”, de Interclean, die vorige week in de RAI in Amsterdam werd gehouden.

***

Even verder staan twee ondernemers te zuigen. Zoals iedereen kraakhelder in het pak met badges op trekken zij met hun superstofzuiger baantjes door de hal, hier en daar stofjes uit richels en naden plukkend, en babbelend met gelijkgestemde kuisheidsridders.

Achter hen mikt een goedogende veertiger de asbakken van zijn stand leeg op de grond, trapt daar nog wat propjes bij die hij net voor de zuigsnuit van de concurrentie kan redden. Hij besprenkelt het geheel met bier uit zijn glas. Hierna geeft hij zijn machine opdracht om de klus te klaren. Knorrend van genot rijdt het monster naar het smakelijke hapje en slokt het in één keer naar binnen.

“U ziet, hij lust zelfs pils!” roept de directeur opgetogen boven het geraas van een neven-gedemonstreerde rioolontstopper. Hij is nog niet uitgesproken of wij raken in de ban van een dame die haar hele persoonlijkheid inzet voor een leuzenverwijderings-set: “De dood aan de graffiti! Met deze machine en bijbehorende sop ben u klaar voor een rondje Amsterdam!”

Geraas

Een oorverdovend geraas hangt in de hal, en – het moet gezegd – ook een lichte nevel van ontsnapte stofdeeltjes. Niet alles wordt dus gevangen.

De diversiteit aan reinigend materieel is onvoorstelbaar. Alles is er, van DAF-trucks, die roestige fietsen opslokken als een schildpad zijn slablaadje, tot papieren ’tissues. Rolvegers en zuigborstels kroelen over de vloer, roterende parketpoetsers laten het vloeroppervlak even hard glimmen als hun baas en reeds lege vuilemmers blijven uren aaneen door automaten geleegd worden.

Een gekrijtstreepte Brit zuigt met zijn auto zelfs bakstenen uit het plaveisel, een Italiaan kwettert over zijn stofzuiger die eruit ziet als een Alfa Romeo, en een Duitser rijdt rond in een ramenzeemmachine.

De RAI bevat voldoende apparatuuur om de hele aardbol eens een flinke beurt te geven. Alles klopt, veegt en zuigt. De werkster van weleer is geïnnoveerd tot een stalen reuzin en haar stoffer en blik zijn vervangen door roterende handjes.

Het stofnest is een “markt” geworden, waarop diverse bedrijven zich storten, onder aanvoering van markel-leader Cemsto.

Zand

Cemsto is een fenomeen in Nederland. In 1909 werd de “Chemische en Mechanische Stofbestrijdingsonderneming” opgericht door A. G. Dake, die met een nieuw type Duitse boenwas de Amsterdamse gymzalen te lijf ging. Nu is het bedrijf uitgegroeid tot een omvang van tienduizend werknemers (van wie vierduizend part-time) en een omzet van honderdvijftig miljoen gulden.

Spiksplinternieuw gehuisvest aan de Atoom weg in Utrecht vormt de Cemsto nu een onderdeel van de (uit haar schoot voortgekomen) Hodon-groep, die zich met de randgebieden van het schoonmaken bezighoudt, zoals technisch onderhoud, bewaking en het uitzenden van tijdelijke werkkrachten.

Tussen 1960 en 1970 onderging de Cemsto een explosieve groei en daarna werd de onderneming gereconstrueerd en gecomputeriseerd. Sinds kort wentelt de Cemsto zich als multinational in het wereldstof. Zoals in SaoediArabië, een heerlijk rijk land waar erg veel valt te zuigen. “Want”, zo verkneutert een der Hodon-medewerkers zich, “het zand dat je links naar buiten schept, waait er rechts door het raam weer naar binnen.” De ideaalsituatie voor een schoonmaakbedrijf.

Witgejast

Niet alleen reinigt de Cemsto, zij adviseert ook voor de bouw aan architectenbureaus. Een slim geconstrueerde glaswand nú bespaart zeemkosten later. Hoogpolig tapijt in een kantoor verdubbelt de zuigprijs per meter. Ook is er een Cemsto-laboratorium, waar witgejaste heren zich buigen over de Vlek en haar Verwijderbaarheid. Docenten geven schoonmaakles aan aankomende gastarbeiders.

Zijn er al schoonmaakrobots in aantocht?

“Nee”, zegt drs. S. W. Huysmans, algemeen directeur van Cemsto BV. “Wel zijn er in Amerika speciale raamspinnen die al zemend tegen hoge glaswanden opklimmen, maar tot een echte vloerspin is het nog niet gekomen. Je zou dan alles standaard moeten inrichten, terwijl juist de trend is om kantoren gezelliger te maken, met meer variatie.”

Ik zie een propje op de vloer. Stoort u dat niet?

Huysmans kijkt pijnlijk getroffen naar de grond en lacht verontschuldigend. “We lijden hier allemaal wel een beetje aan beroepsdeformatie,” zegt hij. “Ik zie bijvoorbeeld direct of een bepaald type vloerbedekking goed is onderhouden, daar ga je op letten. Maar dat ik overal met mijn vingers over de richels ga, nee.” “Niet het stof verspreiden en uitsmeren over de vloer, maar het binden en verwijderen is onze basisfilosofie,” voegt de heer T. H. Thoden van Velzen, commercieel directeur, hieraan toe.

Het “uitbesteedbaar oppervlak” van de Nederlandse schoonmaakmarkt is ongeveer honderd miljoen vierkante meter, oftewel een vlakte van tien bij tien kilometer, waarover naar schatting honderdduizend mensen zich dagelijks buigen. De omzet is ongeveer twee miljard gulden, dus twintigduizend gulden per schoonmaker, van veger tot directeur.

Vergeleken met bijvoorbeeld de computerindustrie, waar omzetten per werknemer van tweehonderdduizend gulden worden gehaald, is dit zeer laag. Schoonmaken is en blijft een arbeidsintensieve en kapitaalarme bedrijfstak. De toenemende vuilheid en armoede van ons land garandeert zo de werkgelegenheid van morgen.

(Foto: NRC Handelsblad/Vincent Mentzel)